Tot 2004 was tweede Pinksterdag (annandag pingst), net als in Nederland, een officiële feestdag (rode dag) in Zweden. De Zweedse regering besloot echter op 18 november 2004 om de Nationale Feestdag van Zweden (nationaldagen) tot officiële feestdag te maken. Maar de nieuwe feestdag zou geen extra vrije dag worden, maar moest in plaats van een andere feestdag komen. Naast de tweede Pinksterdag waren de alternatieven 1 mei, Hemelvaartsdag en Driekoningen (6 januari). Deze laatste was een sterke kandidaat en uiteindelijk ging het tussen Driekoningen en tweede Pinksterdag.
Onderzoekers kwamen tot de conclusie dat het sociaaleconomische effect kleiner zou zijn als de tweede Pinksterdag geen feestdag is. Daarnaast was er een discussie over de vraag of het beter is om meer vrije tijd te hebben in het donkere of lichte seizoen. De onderzoekers vonden het belangrijk om de mogelijkheid te hebben van een lange aaneengesloten vakantie in het donkerste deel van het jaar, wanneer de scholen ook vrij hebben. En zo kwam tweede Pinksterdag als officiële feestdag te vervallen en zou het in 2005 voor het eerst een normale maandag zijn en geen feestdag.
Maar doordat de beslissing zo laat in het jaar was genomen waren de kalenders en agenda’s voor 2005 al gedrukt en daar stond tweede Pinksterdag nog als een feestdag aangegeven. Hierdoor was het in 2005 een beetje onduidelijk of het nu wel of geen feestdag was.
Op scholen werd het op verschillende manieren opgelost. Op sommige scholen waren de leerlingen zowel vrij op tweede Pinksterdag als op 6 juni, wat in 2005 ook op een maandag viel. Op andere scholen waren de leerlingen alleen vrij op 6 juni.
Ook werkgevers en vakbonden hadden moeite met de verandering, aangezien in de cao’s stond dat tweede Pinksterdag een officiële feestdag was. In de meeste bedrijven kon het redelijk eenvoudig worden opgelost aangezien 6 juni 2005 ook op een maandag viel en de vrije dag van tweede Pinksterdag gewisseld kon worden met een vrije dag op 6 juni. Maar er was nog meer kritiek. De beslissing betekende ook een langere werktijd voor de meeste mensen. Dit doordat tweede Pinksterdag altijd op een maandag is en dus altijd een vrije dag oplevert. Terwijl nationaldagen op 6 juni zowel op een doordeweekse dag als in het weekend kan vallen. Deze werktijd verlenging werd onderdeel van de nieuwe cao onderhandelingen in 2007.
De kerk van Zweden was logischerwijs ook geen voorstander van de verandering. Pinksteren is, samen met Kerst en Pasen, een van de belangrijkste dagen in het Christendom en Pinksteren wordt ook wel de "geboortedag van de kerk" genoemd. Voorafgaand aan de beslissing van de Zweedse regering had de kerkenraad het standpunt ingenomen dat tweede Pinksterdag behouden moest worden en dat Hemelvaartsdag als officiële feestdag zou kunnen worden afgeschaft. Maar de regering heeft dus anders besloten. In sommige parochiën ging de Pinkerstermaandagdienst gewoon door of werd naar de avond verplaatst, maar er waren ook parochies waar de maandagdienst werd afgelast.
Voorheen was Pinksteren ook een populair weekend om te trouwen. Het is dan meestal mooi weer en de natuur is net wakker geworden waardoor er veel verse bloemen zijn om de boel te versieren. Velen kozen er daarom voor om met Pinksteren te trouwen, mede omdat het een lang weekend was door de vrije maandag. Maar sinds het geen lang weekend meer is, is ook het aantal trouwerijen in het Pinksterweekend verminderd.
En zo is Pinksteren in Zweden van een belangrijk voorjaarsfeest uitgegroeid tot een redelijk standaard weekend, die niet tot een groot volksfeest leidt.
Reactie plaatsen
Reacties