Vanaf de middeleeuwen werd 1 mei gevierd met festiviteiten en capriolen. Op 30 april vierde men het einde van de winter (Valborgsmässafton) en 1 mei werd beschouwd als het startschot voor de zomer. Dit was het moment voor de boeren om de dieren de wei in te laten. Er werd een nieuwe ouderling aangesteld door het dorpsteam en de gezamenlijke boekhouding werd geregeld. Ze sloten de dag af met festiviteiten, onder meer door ‘merg in de botten te drinken’, wat kon betekenen dat er bronwater, bier, cognac en soms berkensap werd gedronken.
1 mei is sinds 1890 de internationale dag van de arbeidersbeweging. Deze beweging is ontstaan uit solidariteit met de slachtoffer van de Haymarket Massacre die plaatsvond op 4 mei 1886 in Chicago, Amerika. Arbeiders begonnen op 1 mei met protesteren voor het recht op een werkdag van acht uur toen iemand een bom naar demonstranten gooide. Bij de rel die volgde, openden zowel politie als arbeiders het vuur op elkaar, met meerdere doden tot gevolg. Verschillende mannen - de zogenaamde martelaren van Chicago - werden ten onrechte veroordeeld tot lange gevangenisstraffen of de dood voor het bombardement.
In 1939 werd 1 mei in Zweden een officiële feestdag. Het was de eerste burgerlijke feestdag, wat wil zeggen dat het een vrije dag is die geen verband houdt met de kerk. Het feit dat het een niet-kerkelijke feestdag was, werd belangrijk voor de wetgeving omdat er in Zweden een speciale misdaad bestond die de sabbatmisdaad werd genoemd - schending van de sabbat - die van toepassing was op zon- en feestdagen. Aangezien 1 mei geen kerkfeest was, werd het ook niet als een sabbatdag beschouwd, maar als een burgerlijke feestdag. Dit is één van de 17 vlag-dagen in Zweden.
Op 1 mei worden vooral door socialistische partijen en vakbonden demonstraties op verschillende plaatsen in Zweden georganiseerd. Iedereen kan zich daarbij aansluiten. Tijdens Corona worden deze bijeenkomsten online gedaan.
Reactie plaatsen
Reacties